U kunt het volgende instellen:
De algemene instellingen van de groupware
Categorieën
De configuratie voor individuele modules
Klik op het in de titelbalk.
Klik op
in de mappenlijst onder . De configuratiemogelijkheden worden getoond in het overzichtsscherm.Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u in verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de instellingen op te slaan klikt u op de
knop in het paneel.Resultaat: de instellingen worden opgeslagen.
De algemene instellingen van de groupware verlaten gaat als volgt:Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende algemene opties zijn beschikbaar:
Instructies voor het aanpassen van instellingen kunt u lezen in 8.2.2: Algemene opties.
Basisinstellingen
Beeld
Standaardmodule na inloggen? Definieert de module die na inloggen standaard geopend moet worden.
Mappenlijst. Geeft de volgorde van de mappen die worden getoond in de mappenlijst.
Als u de
optie kiest worden de mappen in alfabetische volgorde weergegeven.Als u de optie
kiest, worden de mappen getoond in de volgorde van de groupware modules.
Gebruik de geavanceerde opties. Bepaalt de mappenstructuur voor de zijbalk van de groupware interface.
Als u kiest voor Mappenlijst.
wordt de gehele mappenlijst getoond. De volgorde van de mappen stelt u in metAls u
kiest worden alleen de modulespecifieke mappen getoond.
. Bepaalt of schermen voor het aanmaken en bewerken van elementen worden gekoppeld in het dock of dat deze worden getoond als pop-up schermen.
. Bepaalt of het paneel wordt getoond met tabbladen of als compact paneel.
Visuele effecten De visuele effecten bestaan uit het vervagen van context menu's in de mappenlijst en een 'Ingedrukte knop' effect als u een paneel functie gebruikt.
Tip: U kunt zweefteksten ook activeren en deactiveren bij de instellingen van de individuele module.
Instructies voor het aanpassen van instellingen kunt u lezen in 8.2.2: Algemene opties.
. Definieert de groupware taal. Dit bepaald ook de weergave voor datum en tijd.
. Stelt de tijdzone in. Alle tijdgebonden zaken in de groupware verwijzen naar de huidige tijdzone. U kunt de tijdzone veranderen als u bijvoorbeeld op zakenreis bent.
Toont de tijd in het momenteel geselecteerde formaat.
Selecteert het 12 of 24 uurs tijdformaat afhankelijk van de taalinstelling.
Maakt het mogelijk 12 of 24 uurs notatie te selecteren.
Toont de datum in het momenteel geselecteerde formaat.
Selecteert het datumformaat afhankelijk van de taalinstelling.
Maakt het mogelijk de dag, maand en jaar notatie alsmede het scheidingsteken te selecteren.
Categorieën zijn woorden die toegewezen kunnen worden aan contacten, taken en Informatie-elementen. Categorieën kunnen u helpen bij het ordenen van objecten.
U kunt categorieën beheerder door deze te
creëren,
wijzigen,
en verwijderen
.
U heeft de volgende mogelijkheden:
beheren van de instellingen van de groupware,
beheren in de modulen
In de modulebalk klikt u op het .
In de mappenlijst klikt u op de
submap .Resultaat: De categorieën functies worden getoond in het paneel. Het overzichtsscherm toont de bestaande categorieën.
Zo maakt u een nieuwe categorie aan:In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Categorieën scherm wordt getoond.
Voer de naam van de nieuwe categorie in.
Wijs een kleur toe aan de categorie.
In het Labels scherm klikt u op .
Klik vervolgens in het paneel op de knop
.Resultaat: De nieuwe categorie wordt getoond in het overzichtsscherm.
Zo bewerkt u een categorie:Selecteer een categorie in het overzichtsscherm.
In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Categorieën scherm wordt getoond.
Verander de tekst van de categorie.
Verander de kleur van de categorie indien gewenst.
In het Labels scherm klikt u op .
Klik vervolgens in het paneel op de knop
.Resultaat: de categorie is aangepast.
Zo verwijderd u een categorie:Selecteer een categorie in het overzichtsscherm.
In het paneel klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Klik vervolgens in het paneel op de knop
.Resultaat: Het label is verwijderd.
U verlaat de categorie module als volgt:Klik op ander pictogram in de modulebalk.
U kan categorieën beheren,
terwijl u een nieuwe taak, contact of Informatie-element maakt.
terwijl u een taak, contact of Informatie-element bewerkt.
door op een afspraak op de rechter muisknop te klikken en daarna de optie
uit het context menu te selecteren.
U kan twee soorten categorieën gebruiken:
Object-gerelateerde categorieën. Deze categorieën zijn gebonden aan het object waar je deze categorie aan toewijst. Deze hebben altijd de kleur wit.
Voorgedefinieerde categorieën. Deze categorieën kunnen bij meerdere objecten worden gebruikt. Ze kunnen de kleur wit of andere voorgedefinieerde kleur hebben. Deze categorieën worden uit een lijst geselecteerd.
In de taak, contact of Informatie-element module kunt u de categorieën beheren in het
Om het scherm.Categorieën scherm te openen heet u de volgende mogelijkheden:Terwijl u een object aanmaakt, klikt u op de
knop in de schermen , , of .Terwijl u een object wijzigt, klikt u op de
knop in de schermen , , of .Klik in het contextmenu van een taak, een contact of een Informatie-element op
. Uit het submenu selecteert u .Resultaat: Het scherm opent. De lijst toont de gedefinieerde Categorieën.
Nieuwe categorieën aanmaken in het scherm gaat als volgt:Selecteer de
knop. Het scherm wordt geopend.Geef een naam.
Selecteer een kleur.
Opmerking: Als u wit kiest als kleur maakt u een object-gerelateerde categorie. Als u een andere kleur kiest maakt u een voorgedefinieerde categorie.
Klik op
.Om meer categorieën toe te voegen, herhaalt u stappen 1 tot en met 4.
In het
scherm klikt u op .Resultaat: Een nieuwe categorie is gemaakt.
Bestaande categorieën wijzigen in het scherm gaat als volgt:Maak de volgende wijzigingen:
Om een categorie van naam te wijzigen voert u de volgende stappen uit:
Selecteer een categorie uit het overzicht.
Klik op de
knop.Verander de naam van de categorie.
Om de kleur van een categorie te wijzigen voert u de volgende stappen uit:
Selecteer één of meerdere categorieën in de lijst.
Selecteer een kleur uit de
keuzelijst.
Klik op
.Resultaat: de categorie is gewijzigd.
Bestaande categorieën verwijderen vanuit het scherm gaat als volgt:Waarschuwing: Het verwijderen van categorieën kan niet ongedaan gemaakt worden. Controleer of u de betreffende categorieën werkelijk niet meer nodig heeft.
Selecteer één of meerdere categorieën in de lijst.
Klik op de
knop.Klik op
.Resultaat: De categorie wordt verwijderd.
Opmerking: Als u een voorgedefinieerde categorie verwijderd die aan een object is toegewezen zal deze categorie aan het object verbonden blijven als een object-gerelateerde categorie met de kleur wit.
Instellen van de startpagina betekend ook
de opmaak van de startpagina
De UWA-modules.
De opmaak van de Startpagina bevat
Het module scherm,
De startpagina zweefteksten.
Het wijzigen van de startpagina opmaak gaat als volgt:
In de modulebalk klikt u op het .
In de mappenlijst klikt u op
.In de mappenlijst klikt u op de
submap . Het overzichtsscherm toont de mogelijke instellingen.Wijzig de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Resultaat: de instellingen worden opgeslagen.
De startpagina instellingen verlaten gaat als volgt:Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u de instellingen verlaat zonder deze op te slaan, krijgt u een pop-up scherm: Configuratie gewijzigd:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
E-mail. Beschrijft het maximum aantal ongelezen E-mailberichten die getoond worden in het E-mailmodulescherm. De optie verbergt het gehele modulescherm.
Komende afspraken. Beschrijft het maximum aantal komende afspraken die getoond worden in het agendamodulescherm. Afspraken die in de huidige en komende week vallen worden altijd getoond. De optie verbergt het gehele modulescherm.
Contacten. Geeft aan of de contacten module wordt getoond op de startpagina.
Komende taken. Beschrijft het maximum aantal komende taken die getoond worden in het takenmodulescherm. Taken die in de huidige en komende week vallen worden altijd getoond. De optie verbergt het gehele modulescherm.
Gegevensdepot. Beschrijft het maximum aantal nieuwe Informatie-elementen die getoond worden in het gegevensdepotmodulescherm. De optie verbergt het gehele modulescherm.
Zweefteksten op beginpagina inschakelen. Zweefteksten op beginpagina inschakelen.
UWA-Modules voor de beginpagina kunnen worden
toegevoegt,
bewerkt,
verwijderded,
in- of uitgeschakeld.
De beginpagina toont alleen de UWA-Modules die zijn ingeschakeld.
De manier waarop een UWA-module toegevoegd kan worden:In de mappenlijst gaat u naar
en klikt u op de submapIn het tabblad Het dialoogvenster van de UWA-modules gaat open. klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Geef de naam op in het
veld. De naam wordt gebruikt als titel in het UWA-module scherm.Activeer het keuzevak
. De instelling wordt aangeraden omdat de inhoud van vele UWA-modules regelmatig gewijzigd wordt.In het tekstveld Open-Xchange UWA Modules
voert u het adres in voor de UWA-module. Voorbeeldadressen kunnen worden gevonden op de Open-Xchange website onderWanneer u een adres invoert dat verwijst naar een website of een pagina in uw lokale netwerk inplaats van een UWA module, activeert u de optie
.Wanneer een UWA-module parameters vereist, dan voert u deze in het tekstveld Tip: Kopieer de parameters uit de tabel en plak ze in het tekstveld.
in. De vereiste parameters voor een UWA-module kan worden gevonden in de bovengenoemde tabel.Sluit het dialoogvenster door op
te klikken. De nieuwe UWA-module wordt ingevoerd in de Beschikbare UWA-modules en wordt geactiveerd.Klik in het paneel op
.Resultaat: De nieuwe UWA-module wordt getoond in het overzichtsscherm van de startpagina.
De instellingen van UWA-modules veranderen gaat als volgt:Selecteer de module uit de lijst
.In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Wijzig de instellingen in het dialoogvenster van de UWA-module.
Sluit het dialoogvenster door te klikken op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: De UWA-module instellingen zijn veranderd.
Een UWA-module verwijderen gaat als volgt:Selecteer de module uit de lijst
.In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
In het 'Verwijder UWA-module' scherm, klikt u op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: De UWA-module is verwijderd.
De manier waarop een UWA-module verwijderd kan worden:Selecteer de module uit de lijst
.In het tabblad klikt u op of . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op of .
Klik in het paneel op
.Tip: Met multiselectie kunt u talrijke UWA-modules in één keer wissen, in- of uitschakelen.
U verlaat de UWA-module als volgt :Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Het E-mail beheer bestaat uit:
E-mail instellingen
Handtekeningen
E-mail filter
vakantiemelding
In de modulebalk klikt u op het .
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.In de mappenlijst klikt u op de
submap . The overview window displays the available settings.Configureer de Voorkeuren op de tabbladen verderop in dit hoofdstuk.
, , en . Een beschrijving van de instellingen kunt u vinden inOm de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Resultaat: de instellingen worden opgeslagen.
De E-mail instellingen verlaten gaat als volgt:Klik op een ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
Instructies voor het aanpassen van instellingen kunt u lezen in 8.2.5.1: E-mail Instellingen.
Standaard overzicht. Definieert het standaard overzicht van de E-mailmodule. De standaard instelling is . Een uitgebreide uitleg van mogelijke overzichtsvormen kunt u vinden in 3.4: E-mails Tonen.
Standaard weergave voor Spammap. Hier kunt u een standaard weergave definiëren voor de Spam E-mailmap.
Wanneer u
selecteert, wordt de inhoud van Spam e-mails niet weergegeven. U zult alleen de lijst van Spam E-mails in het weergavevenster zien.Wanneer u
of selecteert, wordt de inhoud van Spam E-mails in het weergavevenster weergegeven.
Zwevende e-mail inschakelen? Met deze instelling kunt u zwevende tips voor de E-mailmodule in- of uitschakelen.
Eerste E-mail automatisch selecteren? Maakt dat de eerste E-mail uit de lijst automatisch geselecteerd is bij het openen van een E-mailmap. Deze instelling is van toepassing op het lijst, H-splitsen en V-splitsen overzicht.
Wilt u gewiste E-mails permanent verwijderen? Definieert of de E-mailberichten permanent worden verwijderd direct nadat u op de Wissen knop heeft geklikt, of dat de E-mail eerst naar de Trash map gaat. Waarschuwing: Definitief verwijderde E-mailberichten kunnen niet worden hersteld. Het wordt aangeraden hier te kiezen.
Attenderen op leesbevestiging? Definieert het gedrag van de software als de verzender van een E-mailbericht vraagt om een ontvangstbevestiging.
Als deze op
staat, wordt u tijdens het openen van een E-mail gevraagd of u de bevestiging wilt versturen of niet.Als deze op
is gezet, krijgt u geen vraag en wordt de bevestiging niet verstuurd.De afbeelding van de afzender tonen? Bepaalt of de E-mailheader een afbeelding van de verzender bevat bij het tonen van het E-mailbericht. De getoonde afbeelding is de afbeelding die is opgezlegen bij de contactgegevens van de afzender. Opmerking: Afhankelijk van de serverinstellingen, is deze functionaliteit niet beschikbaar.
Automatisch contactpersonen verzamelen tijdens het versturen van E-mail? Bepaalt of nieuwe E-mailadressen bij het versturen van nieuwe e-mailbreichten automatisch verzameld moeten worden in de map . De map is een submap van uw map Persoonlijke contactpersonen.
Automatisch contactpersonen verzamelen tijdens het lezen van E-mail? Bepaalt of nieuwe E-mailadressen bij het lezen van nieuw ontvangen E-mailberichten automatisch verzameld moeten worden in de map . De map is een submap van uw map Persoonlijke contactpersonen.
De oorspronkelijke E-mailtekst in een antwoord invoegen? Definieert of het oorspronkelijke E-mailbericht in een antwoord wordt toegevoegd.
vCard bijvoegen? Bepaalt of uw contactgegevens worden meegestuurd als vCard met een nieuw E-mail bericht.
Automatisch aanvullen van E-mailadressen inschakelen? Geeft aan of een E-mailadres moet worden voorgesteld uit het adresboek op terwijl u het aan het invullen bent.
E-mails doorsturen als: Geeft aan hoe een E-mail wordt gestuurd als deze wordt doorgestuurd,
Als u de
optie kiest wordt het bericht in de lopende tekst opgenomen.Als u de optie
kiest, wordt het doorgestuurde E-mailbericht meegestuurd als bijlage.Bij "Alle beantwoorden": Definieert de ontvangers van een antwoord bij het gebruik van :
De afzender van het oorspronkelijke bericht wordt toegevoegd aan het veld . De ontvangers van het oorspronkelijke bericht worden toegevoegd aan het veld .
De afzender van het oorspronkelijke bericht wordt toegevoegd aan het veld . De ontvangers van het oorspronkelijke bericht worden toegevoegd aan het veld .
E-mails opmaken als: Bepaalt in welk formaat E-mailberichten worden aangemaakt.
Functionaliteiten van editor. Bepaalt het aantal mogelijkheden die u beschikbaar heeft in de editor die u gebruikt voor het bewerken van in HTML opgemaakte E-mail.
Standaard e-mail lettertype? Hier geeft u het standaardlettertype op dat gebruikt wordt voor de berichttekst van HTML-mailberichten.
Standaardtekengrootte E-mail. Hier kunt u de standaardtekengrootte instellen dat bij HTML-mailberichten wordt gebruikt.
Automatische regelafbreking bij het verzenden na: bepaalt het aantal tekens voordat er automatisch een nieuwe regel wordt gestart.
Standaard verzendadres: Specificeer hier het standaard verzendadres van nieuwe E-mailberichten.
Opmerking: De naam van de verzender wordt getoond voor het e-mailadres. Als u een naam ingeeft in het veld van de E-mail account instellingen, overschrijft deze naam de vooraf ingestelde verzender.
E-mailconcepten automatisch opslaan? Specificeert de interval voor het automatisch opslaan van E-mailberichten waar aan gewerkt wordt naar de Drafts map. The option deactivates this function. De optie schakelt deze optie uit.
HTML geformatteerde berichten toestaan? Hier kunt u bepalen of u wel of niet HTML-berichten weer wilt geven. Met betrekking tot bandbreedte hebben HTML-berichten een hoge impact en kunnen een hoog veiligheidsrisico zijn omdat ze gevaarlijke scripts kunnen bevatten. Het voordeel ervan dat u meer opmaakopties hebt. Met het HTML-formaat hebt u verschillende opmaakopties.
Voorladen van externe afbeeldingen blokkeren? Geeft aan of externe afbeeldingen in HTML E-mail wel of niet in het voorbeeld wordt onderdrukt.
Als u
kiest worden externe afbeeldingen niet direct getoond. Deze instelling beschermt uw privacy.Als U
kiest, worden externe afbeeldingen geladen en getoond wanneer u een HTML bericht ontvangt.Emoticons als plaatjes weergeven in E-mailberichten? Hier kunt u bepalen of emoticons zullen worden weergegeven als afbeeldingen of als lettertekens. Wanneer u bijvoorbeeld in een smiley tikt nadat u deze optie hebt geselecteerd, zal de smiley weergegeven worden als een afbeelding of als een dubbelepunt gevolgd door een haakje.
Kleur van de regels met aanhalingstekens: Stel deze optie in op om de oorspronkelijke berichten te markeren zodat zij worden gepresenteerd met een verticale lijn. De berichten of antwoorden zullen weergegeven worden als ingebed. Deze optie gaat ervan uit dat de optie is geselecteerd.
Toon naam in plaats van het E-mailadres. Geeft aan of de E-mailheader de naam of het E-mailadres van de verzender laat zien bij het tonen van het e-mailbericht.
Een E-mail handtekening is een tekst die automatisch wordt toegevoegd aan de E-mail wanneer deze wordt gemaakt. Normaal gesproken staat hierin de naam, bedrijf en contactadres van de verzender aan de onderkant van de E-mail.
Een E-mail handtekening kan worden
aangemaakt,
bewerkt,
en worden ingesteld als standaard handtekening.
Zo krijgt u toegang tot de functies van de E-mail handtekeningen:
In de modulebalk klikt u op het .
Open de
map uit de mappenlijst.In de mappenlijst klikt u op de
submap .Resultaat: De functies voor het beheren van E-mail handtekeningen worden getoond in het paneel. De bestaande handtekeningen worden getoond in de linker kolom van het overzichtsscherm. Het rechter deel toont de gekozen handtekening.
Het aanmaken van een nieuwe E-Mail handtekening:In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Handtekeningen scherm gaat open.
Geef een naam.
Bepaal of de E-mail handtekening onder of boven de E-mail tekst moet worden ingevoegd.
Geef op of deze handtekening de standaard handtekening moet worden.
Geef de tekst van de handtekening.
In het Labels scherm klikt u op .
Klik in het paneel op
.Resultaat: De nieuwe E-mail handtekening wordt getoond in het overzichtsscherm.
Het bewerken van een nieuwe E-Mail handtekening gaat als volgt:Selecteer een E-mail handtekening in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Handtekeningen scherm gaat open.
Wijzig de gegevens van de E-mail handtekening.
In het Labels scherm klikt u op .
Klik in het paneel op
.Resultaat: De E-mail handtekening is veranderd.
Een handtekening als standaard instellen gaat als volgt:Selecteer een E-mail handtekening in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Handtekeningen scherm gaat open.
Activeer het
keuzevak.In het dialoogvenster klikt u op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: De E-mail handtekening is ingesteld als standaard handtekening. De standaard handtekening wordt in het overzichtsscherm geaccentueerd.
Het verwijderen van een E-mail handtekening gaat als volgt:Selecteer een E-mail handtekening in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Klik in het paneel op
.Resultaat: De E-mail handtekening is verwijderd.
U verlaat de E-mail handtekeningen module als volgt :Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Als u extra E-mail accounts naast uw Open-XchangeE-Mail account wilt gebruiken kunt u deze benaderen via de Open-Xchange Server door dit extra account te definiëren.
Voor elk extra E-mail account wordt een nieuwe map aangemaakt. Daarnaast kunnen e-mailberichten vanuit de afzonderlijke e-mail accounts opgeslagen worden in de Unified Mail map. Dit verbeterd de bruikbaarheid omdat alle mail binnenkomt in één map.
U heeft hiervoor de volgende mogelijkheden:
Maak een extra E-mailaccount aan met de E-mail account wizard,
Handmatig instellen van een nieuw E-mail account,
Aanpassen van de instellingen van een extra E-mail account,
Verwijderen van een extra E-mail account.
Om een extra E-mail account te koppelen heeft u de volgende gegevens nodig:
Uw E-mail adres van het extra E-mail account
Uw aanmeldgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) voor dit extra E-mail account
Het adres en poortnummer van de bron mailserver
Het adres en poortnummer van de server voor de uitgaande E-mail
De binnenkomende en uitgaande mailserver staan normaal gesproken vermeld op de website van de provider, zoek bijvoorbeeld naar 'POP/IMAP' of 'Het configureren van een E-mail programma'
U gebruikt de E-Mail account wizard als volgt:Klik in de E-Mail module op de knop. Het Toevoegen E-mail account scherm wordt geopend.
In het invoerveld geeft u het E-mail adres op dat u wil gebruiken voor het extra E-mail account. Tip: Om een voorbeeld van de juiste notatie te tonen klikt u op het overeenkomstige veld onder het invoerveld. Klik .
In het invulveld Uw wachtwoord, geeft u het wachtwoord van het extra E-mail account. Opmerking: Afhankelijk van de dienstverlener zijn andere instellingen noodzakelijk. Volg de instructies van de wizard.
Klik op
.Resultaat: Het extra E-mail account wordt geconfigureerd. De mappenboom toont de nieuwe E-mail map.
Om de instellingen aan te passen voor het handmatig insellen van de E-mail accounts doet u het volgende:
Klik in de modulebalk op het .
Klik in de mappenlijst onder E-mail op
.Resultaat: Het overzichtsscherm toont de beschikbare E-mail accounts. Het linker scherm met de kop
toont de bestaande E-mail accounts. Het rechter deel onder de kop toont de instellingen van het gekozen account.Het handmatig aanmaken van een nieuw E-Mail account gaat als volgt:
Als er reeds aanvullende E-mail accounts zijn geconfigureerd, klikt u op
in het paneelgebied. Als er geen andere accounts zijn, ga dan verder met stap 2.Bij
geeft u de naam op van dit e-mail adres bij het veld .In het
veld voert u het adres in van het nieuwe account.Als u een specifieke naam wilt vermelden voor uw e-mailadres bij het versturen van e-mailberichten, moet u een naam opgeven in het
invoerveld.Resultaat: De hier opgegeven naam overschrijft de eerder opgegeven naam.
Als u voor dit account de email niet in een aparte structuur wilt ontvangen maar in de Unified Inbox wilt opslaan, moet u de optie
inschakelen.Bij
geeft u de inkomende server informatie van het E-mail account op:In de lijst
moet u het soort mailserver kiezen.Als de inkomende mailserver encryptie gebruikt dient u
te kiezen.In het veld
geeft u het adres van de server op. Het adres voor een IMAP server ziet er ongeveer zo uit: imap.providernaam.nl.Controleer of het poortnummer klopt en wijzig dit eventueel in het
veld.In het
veld moet u uw gebruikersnaam invoeren voor de server.In het
veld typt u het wachtwoord dat bij de Login hoort.Als u een POP3 server als bron heeft opgegeven, moet u de volgende velden invullen:
Het veld
geeft u op hoe vaak E-mail van de POP3 server gehaald moet worden.Als u de opgehaalde mail op de POP3 server wilt laten staan, moet u het veld
selecteren en invullen.Als u wilt dat lokaal verwijderde mail ook van de POP3 server wordt verwijderd, moet u de optie
.
Bij
geeft u de informatie van uw uitgaande mailserver op.Als de uitgaande mailserver encryptie gebruikt dient u
te kiezen.In het
veld geeft u de naam op van de uitgaande mailserver. Het adres voor een uitgaande server ziet er ongeveer zo uit: smtp.providernaam.nl.Controleer of het poortnummer klopt en wijzig dit eventueel in het
veld.Als u een andere aanmeldingsnaam/wachtwoord combinatie moet gebruiken voor de uitgaande mail dan moet u de de optie
. Geef daarbij de alternatieve gebruikersnaam en wachtwoord op.U kunt de toewijzing van E-mailmappen aanpassen.
Om de instellingen te controleren klikt u op de knop
.Klik vervolgens op de
knop.Resultaat: De mappenlijst toont een nieuwe E-mailmap. Deze krijgt de naam die is opgegeven in stap 2.
Tip: U kunt ook additionele E-mail accounts aanmaken met de wizzard. Instructies kan u vinden in 8.2.12: Het gebruik van de Instellingen wizard.
Instellingen van een E-mail account wijzigen:
In de sectie
kiest u een E-mail account.Onder
wijzigt u de instellingen.You can change E-Mail folders by selecting other folders below
.Klik vervolgens op de
knop.Verwijderen van een E-mail account gaat als volgt:
In de sectie
kiest u een E-mail account.In het paneel klikt u op
.Mailfilters helpen u uw inkomende E-mails te organiseren. Met mailfilters kunnen bijvoorbeeld de volgende acties worden geactiveerd bij het ontvangen van een E-mail:
De E-mail wordt verplaatst naar een bepaalde E-mailmap.
De E-mail wordt doorgezonden naar een ander E-mailadres.
De E-mail wordt als gelezen gemarkeerd.
Om filters te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
Aanmaken van een E-mailmap.
Aanmaken van één of meer regels.
De volgorde van de regels instellen.
Instellen of verdere regels moeten worden verwerkt wanneer een regel overeenkomt.
Een regel bestaat uit:
Achternaam
Eén of meer voorwaarden.
Eén of meer acties. Stel in of één of alle voorwaarden overeen moeten komen om de acties te verwerken.
U kunt voorwaarden aanmaken door
het selecteren van een E-mailonderdeel b.v., "Onderwerp";
het selecteren van een criterium b.v., "is exact";
het invoeren van een argument b.v.,"protocol".
In dit geval zal de software verifiëren of het onderwerp van een E-mailbericht exact overeenkomt met de karakters van het argument ("protocol"). Met het criterium en de tekenreeks kunt u bepalen of er aan de voorwaarde voldaan is. Het onderscheid tussen de enkelvoudige criteria worden in de onderstaande voorbeelden uitgelegd. In de voorbeelden wordt Onderwerp gebruikt voor het filteren van de E-mailberichten.
Criterium: "is exact" Er wordt aan de voorwaarde voldaan als het onderwerp precies overeenkomt met de karakters in het argument. Voorbeeld: het argument is "protocol".
Aan de voorwaarde is voldaan voor het onderwerp "protocol".
Aan de voorwaarde wordt niet voldaan voor het onderwerp "vergaderprotocol".
Criterium: "bevat" Er wordt aan de voorwaarde voldaan als het onderwerp alle karakters van het argument bevat. Voorbeeld: Het argument is "protocol".
Aan de voorwaarde is voldaan voor het onderwerp "protocol".
Aan de voorwaarde is eveneens voldaan voor het onderwerp "vergaderprotocol".
Criterium: "Komt overeen (jokertekens toegestaan)" Aan de voorwaarde is voldaan als het onderwerp exact overeen met de karakters van het argument. De karakterreeks mag ook jokertekens bevatten. Voorbeeld: het argument is "protocol*". Het teken "*" is een jokerteken dat voor willekeurige karakters staat.
Aan de voorwaarde is voldaan voor het onderwerp "protocolwijziging".
Aan de voorwaarde wordt niet voldaan voor het onderwerp "vergaderprotocol".
Criterium: "voldoet aan regex" Aan de voorwaarde is voldaan als het onderwerp de karakters bevat uit de reguliere expressie van het argument. Reguliere expressies laten complexe voorwaarden toe. Meer informatie kan op de betreffende websites worden gevonden. De volgende, eenvoudige reguliere expressie geeft een indruk hierop. Voorbeeld: het argument is "bedrij(f|ven)". De expressie "(f|ven)" staat voor een "f" of "ven".
De onderwerp "bedrijf" voldoet aan de voorwaarde.
Dit geldt ook voor het onderwerp "bedrijven".
Het onderwerp "bedrijfs" voldoet niet.
Zo krijgt u toegang tot de E-mail filters:
In de modulebalk klikt u op het .
In de mappenlijst klikt u op
.In de mappenlijst klikt u op de
submap .Resultaat: De functies van E-mail filters worden getoond in het paneel. Het overzichtsscherm toont de beschikbare regels. Het linker paneel met de titel toont de bestaande regels. Het rechter paneel met de titel toont de instellingen van de regel.
De volgende opties zijn beschikbaar:
Een nieuwe regel aanmaken
Toevoegen van condities
Toevoegen acties
De manier om de details van een regel weer te geven:
Regels activeren of deactiveren.
De manier om de volgorde van de regels te veranderen:
Regels bewerken
Regels wissen.
In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Geef de naam op in het
invoerveld op het paneel.Om een conditie toe te voegen klikt u op de
knop. Definieer de conditie. Details kunnen verderop in dit hoofdstuk gevonden worden.Als u meer condities wilt toevoegen klikt u opnieuw op de
knop.Als u een condities wilt wissen klikt u op de
knop naast de conditie.
Wanneer u meerdere condities heeft, gebruikt u de selectielijst
om in te stellen hoe de voorwaarden onderling met elkaar in verband staan om met de regel overeen te komen:Wanneer één voorwaarde juist moet zijn kiest u
.Wanneer alle voorwaarden juist moeten zijn kiest u
.
Om de acties die uitgevoerd worden als de regels voldoen te definiëren klikt u op de
knop. Details kunnen verderop in dit hoofdstuk gevonden worden.Als u een extra actie wilt toevoegen klikt u nogmaals op de
knop.Als u een actie wilt wissen klikt u op de
knop naast de actie.
Met het keuzevak
kunt u opgeven of u wel of niet de volgende regels laat verwerken wanneer deze regel overeenkomt:Wanneer volgende regels moeten worden verwerkt, activeert u het keuzevak.
Wanneer volgende regels niet verwerkt moeten worden dan deactiveert u het keuzevak.
Klik vervolgens op de
knop.Resultaat: De nieuwe regel wordt toegevoegd in het venstergedeelte . De nieuwe regel is actief.
Tip: U kan ook een nieuwe regel maken vanuit een E-mailbericht. Hiervoor klikt u met de rechterknop op een E-mail, kies vervolgens uit het contextmenu. Kies vervolgens een optie uit het submenu. Maak de regel af zoals hierboven beschreven.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe u een voorwaarde kunt aanmaken. De volgende voorwaarde moet aangemaakt worden:
De afzender van de E-mail bevat de tekenreeks Meier.
Uit de keuzelijst onder
kiest u . Aan de rechterkant van de keuzelijst wordt een nieuwe keuzelijst en een tekstveld weergegeven.Selecteer het item
in de nieuwe keuzelijst.Type de tekenreeks "Smit" in het invoervak.
Het volgende voorbeeld beschrijft hoe een actie ingesteld kan worden. De volgende actie moet worden ingesteld:
Het verplaatsen van de E-mail naar de
E-mailmap.Selecteer
uit de keuzelijst onder . Een nieuw invoerveld wordt getoond naast de keuzelijst.Klik in het nieuwe tekstveld. Selecteer de
map.Onder
selecteert u een regel. Onder worden alle voorwaarden en acties voor de regel weergegeven.Activeren of deactiveer het keuzevak in de
kolom.Onder
selecteert u een regel.Klik op of in het tabblad. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op of op .
Onder
selecteert u een regel.Pas de instellingen aan in het
paneel.Klik vervolgens op de
knop.Onder
selecteert u een regel.In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u in het paneel op .
Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Als de vakantiemelding actief is, krijgt de verzender van de inkomende E-mail automatisch een bericht. Dit bericht bevat het onderwerp en de tekst van de vakantiemelding.
De vakantiemelding instellen kan als volgt:Klik op het in de titelbalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map in de mappenlijst onder .Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Klik op ander pictogram in de modulebalk.
activeert of deactiveert de automatische vakantiemelding.
Bevat het onderwerp van de vakantiemelding.
Bevat de tekst van de vakantiemelding.
Geeft het aantal dagen waarna opnieuw een vakantiemelding naar de zelfde afzender wordt teruggestuurd.
Hier kunt u de e-mailadresen kiezen die gebruikt worden als verzendadres voor de vakantiemelding.
Definieert de eerste dag vanaf wanneer de vakantie meldingen verstuurd moeten worden. Geef hier de eerste dag van uw afwezigheid.
Definieert de laatste dag van de vakantie meldingen. Geef hier de laatste dag van uw afwezigheid.
Opmerking: De invoervelden en worden weggelaten als uw E-mail server deze instellingen om een of andere reden niet ondersteunt. Neem in dit geval contact op met uw beheerder of hoster.
Het agenda beheer bestaat uit
agendainstellingen,
teams.
Klik op het in de modulebalk.
Selecteer de
map uit de mappenlijst.Klik op
onder in de mappenlijst. De mogelijke opties worden getoond in het overzichtsscherm.Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u in verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
Instructies voor het aanpassen van instellingen kunt u lezen in 8.2.6.1: Agendainstellingen.
Interval in minuten. Geeft de interval voor het verdelen van de tijdtabel. Één regel per interval wordt getoond in het agendaoverzicht Dag, Werkweek en Aangepast. De standaardinstelling is 30 minuten.
Einde van de werktijd. Beschrijft het einde van de werktijd.
Toon bevestigingspop-up voor nieuwe afspraken? Beschrijft of, indien er een nieuwe afspraak wordt gemaakt, een scherm getoond moet worden die het mogelijk maakt de bevestigingsstatus in te stellen.
Zwevende teksten in de agenda inschakelen. Deze optie maakt het mogelijk om de zwevendeteksten voor de agendamodule te activeren of te deactiveren.
Verberg vrije tijd uit het team overzicht. Geeft aan of tijden buiten werktijd getoond worden in het Teamoverzicht.
Beeld. Definieert het standaard overzicht van de agendamodule. Een uitgebreide uitleg van mogelijke overzichtsvormen kunt u vinden in 5.4: Tonen van agenda's en afspraken.
Tijdspanne voor het agenda overzicht. Stelt een voorgedefinieerd tijdspanne in voor het agenda overzicht.
Tijdspanne voor het team overzicht. Stelt een voorgedefinieerd tijdspanne in voor het team overzicht.
Tijdspanne voor het lijst overzicht. Definieer de standaard tijdspanne van het lijst overzicht.
Als u wisselt naar een andere vorm van het overzicht. Bepaalt de tijdspanne als u wisselt naar een andere vorm van het overzicht
De optie
stelt de tijdspanne in op de manier welke werd gebruikt bij het laatst getoonde overzicht. Als u het scherm voor het eerst opent wordt de standaardinstelling voor het overzicht gebruikt.De optie
zorgt er voor dat de huidige tijdspanne behouden blijft.Standaardtijdsinterval voor herinnering. Stelt een voorgedefinieerd tijdsinterval in voor een afsprakenherinnering.
Aantal afspraken die in het dagoverzicht worden getoond. Beschrijft het aantal afspraken die in het dagoverzicht worden getoond.
Aantal dagen in een werkweek. Definieert het aantal dagen in werkweek.
Werkweek begint op. Hier kunt u de dag instellen waarmee een werkweek moet beginnen.
Aantal afspraken die in het dagoverzicht worden getoond. Deze optie maakt het mogelijk om het aantal overlappende afspraken in te stellen die naast elkaar moeten worden getoond in het werkweekoverzicht.
Aantal dagen in het aangepaste overzicht. Hier kunt u het aantal dagen instellen voor de aangepaste weergave.
Aantal afspraken die worden getoond in de aangepaste weergave. Deze optie maakt het mogelijk om het aantal overlappende afspraken in te stellen die naast elkaar moeten worden getoond in de aangepaste weergave.
E-mailbevestiging voor nieuw, gewijzigd of verwijderd? Definieert of een E-mailbevestiging moet worden ontvangen voor nieuwe, gewijzigde of verwijderde taken.
E-mailbevestiging voor de maker van afspraak? Definieert of u als deelnemer aan een taak een E-mailbevestiging ontvangt als andere deelnemers de taak accepteren of bevestigen.
E-mailbevestiging voor deelnemer aan afspraak? Definieert of u als deelnemer aan een taak een E-mailbevestiging ontvangt als andere deelnemers de taak accepteren of bevestigen.
Bevestigingsstatus voor nieuwe afspraken in een privé agenda's: Zet de status op . Stelt de standaard afspraakbevestiging status in voor nieuwe persoonlijkeafspraken waar u bij bent uitgenodigd.
Bevestigingsstatus voor nieuwe afspraken in publieke agenda's: Zet de status op. Stelt de standaard afspraakbevestigingstatus in voor nieuwe publieke afspraken waar u bij bent uitgenodigd.
Openbare afspraken aanmaken. Geeft aan of u als deelnemer ingevoerd moet worden bij het aanmaken van een afspraak in een openbare map. Als u geen andere deelnemers uitnodigt wordt u in ieder geval als deelnemer toegevoegd.
Een team bestaat uit verschillende groupware gebruikers. Om de afspraken van teamleden te zien kunt u het team selecteren in de agendamodule.
Teams kunnen worden
aangemaakt,
bewerkt,
en worden ingesteld als standaard team.
en verwijderd.
Hoe de teams ingesteld kunnen worden leest u hier:
Klik op het in de titelbalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map onder in de mappenlijst.Resultaat: Het paneel toont de team opties. De bestaande teams worden getoond in het overzichtsscherm.
Tip: U kan de team functies ook benaderen vanuit de Agenda module. Open het team overzicht en klik op de knop uit het paneelgebied.
De manier waarop een nieuw team aangemaakt wordt:In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Team scherm wordt getoond.
Geef een naam.
Geef aan of een team moet worden ingesteld als standaard team.
Om een deelnemer toe te voegen, klikt u op
.Om een deelnemer te verwijderen, selecteert u een deelnemer en klik op
.In het dialoogvenster klikt u op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: Het nieuwe team wordt getoond in het overzichtsscherm.
Zo bewerkt u een team:Selecteer een team in het overzichtsscherm.
In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Team scherm wordt getoond.
Wijzigen van de teamgegevens.
In het dialoogvenster klikt u op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: Het team is gewijzigd.
Een team als standaard team instellen gaat als volgt:Selecteer een team in het overzichtsscherm.
In het Het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Team scherm wordt getoond.
Activeer het
keuzevak.In het dialoogvenster klikt u op
.Klik in het paneel op
.Resultaat: Het team is als standaardteam ingesteld. Het standaardteam is geaccentueerd in de lijst.
De manier waarop een team gewist kan worden:Selecteer een team in het overzichtsscherm.
In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Klik in het paneel op
.Resultaat: Het team is verwijderd.
U verlaat de team module als volgt :Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.
Klik op het in de modulebalk.
Klik op de
map in de mappenlijst .Klik op
onder in de mappenlijst. De mogelijke opties worden getoond in het overzichtsscherm.Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u in later in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
. Definieert het standaard overzicht van de Contactenmodules. Een uitgebreide uitleg van mogelijke overzichtsvormen kunt u vinden in 4.4: Tonen van contacten.
. Geeft het aantal regels van het kaartoverzicht. Als u deze op zet, zal de groupware het op een geschikte waarde zetten. De standaardinstelling is 4 rijen. Als het nodig is worden schuifbalken getoond.
. Deze optie maakt het mogelijk om zweefteksten voor de Contactmodule te activeren of te deactiveren.
Klik op het in de titelbalk.
Klik op de
map in de mappenlijst.Klik op
onder in de mappenlijst. De mogelijke opties worden getoond in het overzichtsscherm.Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard overzicht: Definieert het standaard overzicht van de Takenmodulects. Een uitgebreide uitleg van mogelijke overzichtsvormen kunt u vinden in 6.4: Taken bekijken.
Herinneringinterval in minuten. Stelt een voorgedefinieerd tijdsinterval in voor een taakenherinnering.
Taakzweefteksten inschakelen. Deze optie maakt het mogelijk om zweefteksten voor de Taakmodule te activeren of te deactiveren.
E-mailbevestiging voor nieuw, gewijzigd of verwijderd? Definieert of een E-mailbevestiging moet worden ontvangen voor nieuwe, gewijzigde of verwijderde taken.
E-mailbevestiging voor de maker van afspraak? Definieert of u als deelnemer aan een taak een E-mailbevestiging ontvangt als andere deelnemers de taak accepteren of bevestigen.
E-mailbevestiging voor deelnemer aan een taak? Definieert of u als deelnemer aan een taak een E-mailbevestiging ontvangt als andere deelnemers de taak accepteren of bevestigen.
Klik op het in de titelbalk.
Klik op de
map in de mappenlijst.Klik op
onder in de mappenlijst. De mogelijke opties worden getoond in het overzichtsscherm.Kies de gewenste instellingen. Een beschrijving van de instellingen kunt u verderop in dit hoofdstuk vinden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Opmerking: Als u uit een instellingenscherm navigeert zonder op te slaan wordt het Configuratie gewijzigd scherm geopend:
Als u de instellingen wilt opslaan klikt u op
.Als u de instellingen niet wilt opslaan klikt u op
.De volgende opties zijn beschikbaar:
Standaard overzicht: Definieert het standaard overzicht van de Gegevensdepotmodules. Een uitgebreide uitleg van mogelijke overzichtsvormen kunt u vinden in 6.4: Taken bekijken.
Zwevend gegevensdepot inschakelen. Deze optie maakt het mogelijk om de zweefteksten voor de module Gegevensdepot te activeren of te deactiveren.
De gebruikersgegevens bestaan uit:
Persoonlijke gegevens
Wachtwoord voor toegang tot groupware
Klik op het in de modulebalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map onder in de mappenlijst.Bewerk uw persoonlijke gegevens in de invoervelden.
Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Resultaat: Uw persoonlijke gegevens zijn veranderd.
Tip: U kan uw persoonlijke instellingen ook aanpassen met de setup wizard. Meer informatie hierover kan u vinden in 8.2.12: Het gebruik van de Instellingen wizard.
Opmerking: De volgende uitleg beschrijft de standaard manier om het wachtwoord aan te passen. Uw groupware installatie kan een andere methode gebruiken. Lees in dit geval de betreffende documentatie of neem contact op met uw beheerder of dienstverlener.
Zo kunt u het wachtwoord wijzigen:Klik op het in de modulebalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map onder in de mappenlijst.Typ uw oude wachtwoord in het veld
.Typ een nieuw wachtwoord in het veld
.Typ wederom het nieuwe wachtwoord in het veld
.Om de wijzigen op te slaan klikt u in het paneel op
.Resultaat: Het wachtwoord is gewijzigd.
Het beheer bestaat uit:
beheren van groepen
en bronnen beheren.
Opmerking: Deze functies zijn alleen beschikbaar voor bepaalde gebruikers. Als deze functies niet voor u beschikbaar zijn, neem dan contact op met uw beheerder of provider.
U kunt
een gebruikersgroep aanmaken,
leden toevoegen,
leden verwijderen,
en gebruikersgroep verwijderen.
Zo krijgt u toegang tot de beheerfunctionaliteit van groepen:
Klik op het in de titelbalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map onder in de mappenlijst.Resultaat: De beheerfunctionaliteit voor groepen worden getoond in het paneel. Het linkerdeel van het overzichtsscherm toont de bestaande groepen en het rechterdeel de eigenschappen van de geselecteerde groep.
Zo maakt u een nieuwe groep aan:In het
tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Voer een groepnaam in, in het rechterdeel van het overzichtsscherm.
Typ de naam van de groep in zoals deze getoond moet worden.
Klik in het paneel op
.Resultaat: De nieuwe groep wordt getoond in het rechterdeel van het overzichtsscherm. Het bevat echter nog geen leden.
Zo voegt u leden aan een groep toe:Selecteer een groep in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het Team scherm opent.
tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op . HetDeelnemers toevoegen.
In het dialoogvenster klikt u op
.Klik in het paneel op
.Selecteer een groep in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
Selecteer een groepslid in het rechterdeel van het overzichtsscherm.
In het
tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Klik in het paneel op
.Resultaat: het lid is verwijderd uit de groep.
Zo verwijdert u een groep:Selecteer een groep in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het
tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Klik u op de Groep verwijderen scherm opent.
knop als hetResultaat: De groep is verwijderd.
Zo krijgt u toegang tot de beheerfunctionaliteit van groepen:Klik op ander pictogram in de modulebalk.
Bronnen kunnen worden
aangemaakt,
bewerkt,
en verwijderd.
Zo krijgt u toegang tot de beheerfunctionaliteit van bronnen:
Klik op het in de modulebalk.
Klik op het
pictogram in de mappenlijst.Klik op de
map onder in de mappenlijst.Resultaat: de beheerfunctionaliteit voor bronnen worden getoond in het paneel. Het linkerdeel van het overzichtsscherm toont de bestaande bronnen en het rechterdeel de eigenschappen van de geselecteerde bron.
Zo maakt u een nieuwe bron aan:Klik op
in het tabblad . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Verander de waarden in het rechterdeel van het overzichtsscherm.
Typ de naam in van de bron.
Voer een E-mailadres voor de bron in. Als het hulpmiddel gereserveerd is, wordt er een bevestiging naar dit E-mailadres gestuurd.
Voer een beschrijving van de bron in.
Klik in het paneel op
.Resultaat: De nieuwe bron wordt getoond in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
Zo bewerkt u een bron:Selecteer een bron in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
Verander de waarden in het rechterdeel van het overzichtsscherm.
Klik in het paneel op
.Resultaat: De gegevens zijn veranderd.
Zo verwijdert u een bron:Selecteer een bron in het linkerdeel van het overzichtsscherm.
In het
tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .Klik u op de Bron verwijderen scherm opent.
knop als hetResultaat: De bron is verwijderd.
U verlaat de bronnen module als volgt :Klik op ander pictogram in de modulebalk.
U kan de volgende instellingen aanpassen met de instellingen wizard:
Alle persoonlijke instellingen
Instellen externe E-mail accounts en abonneren op contact gegevens
Publiceren van gegevens
Gebruik de handleiding voor het configureren van mobile apparaten als u gebruik maakt van de OXtender for Business Mobility.
De instellingen wizard wordt automatisch gestart als u zich voor de eerste keer aanmeld bij de Open-Xchange Server. U kan de instellingen wizard later ook starten.
Het starten van de Instellingen wizard gaat als volgt:Klik op het
pictogram in de titelbalk.Klik op
in het pop-up menu. Het scherm opent.Klik op Start in de rechteronderhoek.
Volg de instructies.