Om taken te tonen doet u het volgende:
Taakmap selecteren.
Selecteer een overzicht. Het overzicht bepaalt de taakweergave in het inhoudgebied.
Het lijstoverzicht toont de taken als een tabel.
Hoe u het taakoverzicht toont als lijst:Selecteer een takenmap uit de mappenlijst.
Kies uit het tabblad. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op .
Resultaat: De taken worden getoond als een lijst.
Voor elke taak wordt een regel met informatie in de vorm van pictogrammen of tekst getoond in de lijst:
|
Kolom |
Informatie |
|---|---|
|
Kolom 1, pictogram |
Het item is een taak |
|
Kolom 1, pictogram |
Het item is een repeterende taak |
|
Kolom 2, pictogram |
Het item is een groepstaak |
|
Kolom 2, pictogram |
Het item is een privétaak |
|
Onderwerp-kolom |
De taakomschrijving |
|
Prioriteit-kolom |
De taakprioriteit. De 3 belangrijkheidniveaus worden met verschillende pictogrammen aangegeven |
|
Begint op-kolom |
Begindatum van taak |
|
Verloopdatum-kolom |
De verloopdatum van de taak |
|
% voltooid-kolom |
De taakvoortgang |
|
Laatste kolom |
De vlag die aan de taak is gekoppeld. |
De lijst toont de volgende bijzonderheden:
Voltooide taken worden in een lichte kleur en doorgehaald getoond.
Als de verloopdatum van een taak is overschreden, wordt deze in rood afgebeeld.
Normaal wordt de lijst gesorteerd met de -kolom. De kolomtitel is gemarkeerd en het pijltje naast de kolomtitel geeft de sorteervolgorde aan.
Om de sorteervolgorde aan te passen klikt u op de betreffende kolomtitel.
Als u de sorteervolgorde wilt veranderen klikt u nogmaals op de zelfde kolomtitel
Resultaat: De sorteervolgorde is veranderd.
Opmerking: De eerste kolom kan niet gebruikt worden voor sorteren.
In het H-scheidingoverzicht is het bovenste gedeelte van het overzichtsscherm een takenlijst en het onderste gedeelte alle details van de geselecteerde taak.
Hoe u taken kunt weergeven in het H-scheidingoverzicht:Selecteer een takenmap uit de mappenlijst.
Klik in het tabblad op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op . Resultaat: Het overzichtsvenster splitst horizontaal. Het bovenste deel toont het lijst overzicht.
Kies een taak in het lijstoverzicht.
Result: Het onderste gedeelte van het overzichtsscherm toont de volgende informatie voor de gekozen taak.
Het tabblad bevat de volgende elementen:
Onderwerp, verloopdatum, status, prioriteit, voortgang en taakcreator.
Details zoals duur, kosten, afstand, factureerinformatie, bedrijven en memo's. Tip: Met de of kunt u de detailpagina openen of sluiten.
Opmerkingen bij de taak onder de taakdetails
Het tabblad bevat de namen van de deelnemers betrokken bij de taak.
Het tabblad bevat de lijst van taakbijlagen.
Tip: U kunt de horizontale scheider tussen het bovenste en onderste deel bewegen.
Zweefteksten zijn beschikbaar in het H-scheiding- en lijstoverzicht.
Hoe u een taak in een zweeftekst kan oproepen:Laat de muispijl boven een taak zweven. Na korte tijd zal de zweeftekst openen. Het tabblad wordt getoond.
Om meer informatie te zien klikt u op een ander tabblad.
Om de zweeftekst te sluiten hoeft u enkel de muisaanwijzer uit het vak te verplaatsen.
De taak-zweeftekst toont de volgende informatie:
Het tabblad. Het bevat:
Het taakmodule-pictogram
Het onderwerp en de voortgang van de taak.
De pictogrammen voor privétaak, taakserie en voor de taakprioriteit.
De begindatum en verloopdatum van de taak.
Een gekleurd pictogram voor elke toegewezen categorie
Het commentaar bij een taak. Afhankelijk van de lengte van het commentaar word een schuifbalk getoond.
Het -tabblad. Het getal tussen haakjes geeft het aantal deelnemers aan. Het tabblad bevat de volgende elementen:
De namen en bevestigingsstatus van de deelnemers. Als een deelnemer geaccepteerd heeft, dan wordt de naam van de deelnemer getoond in groene letters. Als de deelnemer geweigerd heeft dan wordt zijn naam getoond in rode letters.
De pictogrammen voor het wijzigen van bevestigingsstatus.
Het tabblad . Het getal tussen haakjes refereert aan het aantal bijlagen. Als een taak bijlagen bevat, worden de volgende elementen getoond voor elke bijlage:
Bestandsnaam, bestandsgrootte en bijlagetype.
Pictogrammen voor het openen en opslaan van de bijlage.
U kunt het volgende doen:
Een bijlage openen. Opmerking: Om sommige bijlagen te openen heeft u mogelijk extra software nodig.
Opslaan van de bijlage buiten de groupware-software.
Opslaan van de bijlagen in het Gegevensdepot
Open de taak in het H-scheidingsoverzicht.
Open het tabblad.
Selecteer de bijlage.
Kies een van de volgende taken:
Het openen van de bijlage gaat als volgt:
Klik in het tabblad op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op . Een systeemvenster opent. Het toont de toepassing die de bijlage kan openen.
Om de bijlage te openen gebruikt u de instellingen van het systeemvenster.
Het opslaan van bijlagen gaat als volgt:
In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op . Een systeemscherm opent.
Om de bijlage op te slaan gebruikt u de instellingen van het systeemvenster.
Als u een bijlage wilt opslaan in het Gegevensdepot:
In het tabblad klikt u op . Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op . Het Informatie-element-scherm opent. De bestandsnaam voor de bijlage wordt ingevoerd als de bestandsnaam voor het Informatie-element.
Informatie over het aanmaken van Informatie-elementen is te vinden in 7.5: Aanmaken van Informatie-elementen.
Tip: U kunt ook een bijlage openen of opslaan door het respectievelijke pictogram te klikken in de zweeftekst van de taak.