7.6. Beheren van Informatie-elementen

7.6.1. Zoeken naar Informatie-elementen

Zoeken maakt het mogelijk Informatie-elementen te vinden in de huidige Gegevensdepotmap. De zoekterm bepaalt welke tekenreeks wordt gezocht.

Alle Informatie-elementen die de zoekterm bevatten worden gevonden.

Voorbeeld: Om Informatie-elementen te vinden met de titel "marketing afbeeldingen" en "basis marketing documenten", gebruikt u de zoekterm "marketing".

U zoekt Informatie-elementen als volgt:
  1. Klik in de mappenlijst op de Gebruikersdepotmap of een van de andere Gegevensdepotmappen.

  2. Open het H-scheiding of Lijst overzicht.

  3. Om een of meer zoekcriteria the kiezen klikt u op het pictogram aan de linkerzijde van het Zoeken invoerveld.

  4. Type uw zoekterm in het invoervak.

  5. Klik op het Zoeken pictogram .

Resultaat: De overzichtslijst bevat enkel de Informatie-elementen die voldoen aan de zoekterm.

Informatie-elementen tonen in de huidige geselecteerde Gegevensdepotmap gaat als volgt:

In het Zoeken invoerveld klikt u op het Reset pictogram .

7.6.2. Het bewerken van Informatie-elementen

Alle gegevens die u heeft ingevoerd bij het maken van het Informatie-element kunnen later aangepast worden.

Opmerking: Om een Informatie-element te kunnen wijzigen vanuit een publieke of gedeelde map, is het noodzakelijk dat u bewerk rechten heeft voor de objecten in de betreffende map.

U wijzigt Informatie-elementen als volgt:
  1. Selecteer één Informatie-element uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Bewerken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op Bewerken in het paneelgebied. Het Informatie-element venster opent.

  3. Bewerk de gegevens van het Informatie-element. Een uitgebreide beschrijving van de velden staan in 7.5: Aanmaken van Informatie-elementen. Instructies voor het werken met document versies staan in 7.6.2.3: Werken met document versies.

  4. Klik op Opslaan. Het scherm sluit.

Resultaat: Het Informatie-element is veranderd.

Als u de wijzigingen niet wilt doorvoeren klikt u op Annuleren.

Tip: U kunt ook het context menu gebruiken om het Informatie-element te wijzigen.

7.6.2.1. Vergrendelen van een Informatie-element

Als u Informatie-element wijzigt is het beter als u deze eerst vergrendeld. De vergrendeling heeft het volgende doel:

  • Het hangslot geeft aan dat andere gebruikers het Informatie-element aan het bewerken zijn. Het is mogelijk dat het zichtbare object niet de meest actuele is.

  • Als een vergrendeld Informatie-element in een gedeelde of openbare Gegevensdepotmap staat kunnen, zelfs als de gebruiker schrijfrechten heeft op de map, geen aanpassingen worden gedaan door anderen.

U vergrendeld Informatie-elementen als volgt:
  1. Selecteer één of meerdere Informatie-elementen uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. Kies Vergrendelen uit het Bewerken tabblad. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Vergrendelen.

Als u klaar bent met het bewerken van het object moet u niet vergeten het object te ontgrendelen.U ontgrendeld een Informatie-element als volgt:
  1. Selecteer één of meerdere vergrendelde Informatie-elementen uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. Kies Ontgrendelen uit het Bewerken tabblad. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Ontgrendelen.

Tip: U kunt een object ook vanuit het contextmenuVergrendelen en Ontgrendelen.

7.6.2.2. Verwijderen van documenten

U kunt een document uit een Gegevensdepot-element verwijderen. Dit verwijderd niet alleen het document maar ook alle oude versies. Voor meer informatie over het werken met documenten versies kunt u vinden in 7.6.2.3: Werken met document versies.

Opmerking: Deze functie verwijderd geen documenten van u lokale hardeschijf.

Documenten uit het Gegevensdepot verwijderen gaat als volgt:
  1. Selecteer één Informatie-element uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Bewerken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Bewerken. Het Gegevensdepotobject venster opent.

  3. Klik u op de Wissen knop. Het Bestand scheiden scherm opent.

  4. Als u zeker weet dat u de bestanden wilt verwijderen uit het Gegevensdepot klikt u op Ja.

Resultaat: Alle versies van het document worden verwijderd uit het Gegevensdepot. Het Informatie-element blijft bestaan.

7.6.2.3. Werken met document versies

Als een Informatie-element een document met verschillende versies bevat, kunt u de verschillende acties uitvoeren:

  • Een document versie toevoegen

  • Een document versie verwijderen

  • Een andere documentversie als huidige versie instellen

Een document versie toevoegen gaat als volgt:
  1. Selecteer één Informatie-element uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Bewerken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Bewerken. Het Gegevensdepotobject venster opent.

  3. Klik op de Bestand... knop.

  4. Klik op de Browse... knop.

  5. Selecteer het bestand dat moet worden toegevoegd als document en sluit het bestandsselectie scherm.

  6. Klik op het Opslaan pictogram. Het scherm sluit.

  7. Vul eventueel commentaar in het Versie commentaar scherm.

  8. Klik op OK als u het commentaar wilt toevoegen, als u geen commentaar wilt toevoegen klikt u op Geen commentaar. Om het process niet uit te voeren klikt u op Annuleren.

Resultaat: Het document wordt naar de server gestuurd. Als het document is verstuurd wordt het Informatie-element scherm gesloten.

Opmerking: Afhankelijk van de grootte van het document en de snelheid van uw verbinding kan dit proces enige tijd in beslag nemen.

Documentversies uit het Gegevensdepot verwijderen gaat als volgt:
  1. Open het Informatie-element in het H-splitsen overzicht.

  2. Selecteer het Versies tabblad.

  3. Selecteer met de rechtermuisknop een document versie uit de lijst.

  4. Klik op Wissen in het contextmenu. Het Wissen scherm wordt getoond.

  5. Als u er zeker van bent dat u de documentversie wilt verwijderen klikt u op de Ja knop.

Resultaat: De geselecteerde versie van het document is verwijderd uit het Informatie-element.

Opmerking: Deze functie verwijderd geen documenten van u lokale hardeschijf.

Een andere documentversie als huidige versie instellen gaat als volgt:
  1. Open het Informatie-element in het H-splitsen overzicht.

  2. Selecteer het Versies tabblad.

  3. Selecteer met de rechtermuisknop een document versie uit de lijst.

  4. Klik Huidig in het contextmenu.

Resultaat: De geselecteerde versie wordt de laatste versie.

7.6.3. Het afdrukken van Informatie-elementen

U heeft de volgende mogelijkheden voor het afdrukken van Informatie-elementen:

  • Lijsten van Informatie-elementen afdrukken

  • Afdrukken van een Informatie-element

Informatie-elementen afdrukken als een lijst gaat als volgt:
  1. Open het Lijst overzicht in het paneel.

  2. Selecteer de gegevensdepot-elementen voor afdrukken.

  3. In het Bewerken tabblad klikt u op Afdrukken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Afdrukken. Een nieuw scherm met het afdrukvoorbeeld en het systeemscherm Afdrukken gaat open.

  4. U kunt in het systeemscherm Afdrukken aanpassingen maken vóór het afdrukken.

  5. In het systeemscherm Afdrukken klikt u op Afdrukken.

Resultaat: De Informatie-elementenlijst wordt afgedrukt

Afdrukken van een Informatie-element gaat als volgt:
  1. Open het Informatie-element in het H-splitsen overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Afdrukken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Afdrukken. Een nieuw scherm met het afdrukvoorbeeld en het systeemscherm Afdrukken gaat open.

  3. U kunt in het systeemscherm Afdrukken aanpassingen maken vóór het afdrukken.

  4. In het systeemscherm Afdrukken klikt u op Afdrukken.

Resultaat: Het Informatie-element wordt afgedrukt.

7.6.4. Verplaatsen van Informatie-elementen

U heeft de volgende mogelijkheden voor het verplaatsen van Informatie-elementen:

  • Met de paneelfunctie

  • Met slepen&neerzetten

Opmerking: Als u Informatie-elementen van een bron naar een doel map verplaatst moet u de volgende rechten hebben:

  • Verwijder rechten voor objecten in de bron folder

  • Aanmaak rechten voor objecten in de doel folder.

Informatie-elementen verplaatsen doet u als volgt:
  1. Selecteer één of meerdere Informatie-elementen uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Verplaatsen. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Verplaatsen. Het Selecteer map scherm wordt geopend.

  3. In het Selecteer map scherm kunt u een Gegevensdepot-elementenmap selecteren. U kunt alleen een map selecteren waarnaar u uw Informatie-elementen mag verplaatsen.

Resultaat: Informatie-elementen worden verplaatst.

Als u hier wilt stoppen klikt u op sluiten knop in de rechterbovenhoek van het Selecteer map scherm.

Verplaatsen van Informatie-elementen met slepen&neerzetten gaat als volgt:
  1. Selecteer één of meerdere Informatie-elementen uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. Sleep een geselecteerd Informatie-element naar een andere Informatie-elementenmap in de mappenlijst. Een pictogram naast de muisaanwijzer geeft de volgende informatie:

    • Als u naar een geldig doel sleept krijgt u en groen vinkje te zien.

    • Als u naar een ongeldig doel sleept krijgt u en rood verboden pictogram te zien.

  3. Laat de muisknop los als de aanwijzer op de gewenst map staat.

Resultaat: Informatie-elementen worden verplaatst.

Als u wilt annuleren kunt u de muis loslaten boven een ongeldige map.

7.6.5. Informatie-elementen markeren met categorieën

U kunt het volgende doen:

  • Toewijzen van categorieën aan bestaande Informatie-elementen,

  • Verwijderen van toegewezen categorieën.

Informatie over het aanmaken van categorieën zijn te vinden in 8.2.3: Categorieën beheren.

Bewerken van de categorieën van een Informatie-element gaat als volgt:
  1. Selecteer een informatie-element uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. In het Bewerken tabblad klikt u op Bewerken. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Bewerken. Het Gegevensdepotobject venster opent.

  3. Bewerk de categorieën van het Informatie-element. Een beschrijving hiervan kan u vinden in 7.5.2: Toevoegen van categorieën.

7.6.6. Informatie-elementen markeren met vlaggen

Vlaggen zijn gekleurde markeringen voor het markeren van individuele Informatie-elementen. U kunt de betekenis van de vlaggen zelf bepalen.

In de H-scheiding en Lijst indeling staan de vlaggen in de laatste kolom.

Informatie-elementen markeren met vlaggen gaat als volgt:
  1. Selecteer één Informatie-element uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. Klik op het Vlaggen tabblad op één van de vlaggen. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het pictogram Vlaggen en selecteer één vlag uit de lijst.

Resultaat: De Informatie-elementen worden gemarkeerd met de gekozen vlag.

Verwijderen van vlaggen gaat als volgt:
  1. Selecteer een Informatie-element uit de lijst welke is gemarkeerd met een vlag.

  2. Klik op Vlag verwijderen op het Vlaggen-tabblad. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op Vlaggen > Vlag verwijderen.

Resultaat: De vlaggen worden verwijderd.

7.6.7. Het wissen van Informatie-elementen

Waarschuwing: Verwijderde Informatie-elementen kunnen niet worden hersteld. Zorg er voor dat u zeker weet dat u de Informatie-elementen niet meer nodig heeft.

Opmerking: Wanneer u Informatie-elementen wilt wissen uit openbare Gegevensdepotmappen of gedeelde Gegevensdepotmappen, dient u de rechten voor het verwijderen van objecten te hebben op deze map.

Verwijderen van één of meerdere Informatie-elementen gaat als volgt:
  1. Selecteer één of meerdere Informatie-elementen uit het H-splitsen of Lijst overzicht.

  2. Klik in het Bewerken tabblad op Wissen. Als u het compacte paneel gebruikt klikt u op het paneel pictogram Wissen. Het Elementen wissen scherm opent.

  3. Als u er zeker van bent dat u de Informatie-elementen wilt verwijderen klikt u op de Ja knop.

Resultaat: Informatie-elementen worden permanent verwijderd.

Tip: U kunt het Informatie-element ook verwijderen vanuit het context menu, of door het indrukken van de <del> toets.

7.6.8. Informatie-elementen benaderen met WebDAV

Met WebDAV kunt u Informatie-elementen benaderen alsof het bestanden zijn op de harde schijf. In vergelijking tot de Groupware gebruikersinterface heeft het benaderen van de bestanden via WebDAV voor- en nadelen.

  • Het voordeel is dat de bestanden direct te benaderen zijn vanuit de browser of Explorer. U hoeft niet aangemeld te zijn in de software.

  • Het nadeel is dat alleen de laatste versie van een document beschikbaar is. De historie en extra informatie zoals commentaar wordt niet getoond.

Waarschuwing: Als u een bestand verwijderd uit een WebDAV map, verwijderd u alle versies, niet alleen de huidige. Als u een specifieke versie wilt verwijderen, kan dat alleen maar zoals beschreven in 7.6.2.3: Werken met document versies.

De instellingen voor WebDAV toegang zijn afhankelijk van het door u gebruikte Operating Systeem.

7.6.8.1. Benaderen vanuit Linux

Het benaderen Informatie-elementen vanuit Linux gaat als volgt:
  1. Open KDE Konqueror of een vergelijkbare browser.

  2. Geef het volgende adres in bij het vak Locatie: webdav://<adres>/servlet/webdav.infostore waar <adres> vervangen moet worden met het IP-adres of de URL van de Open-Xchange server.

  3. Geef uw gebruikersnaam en uw wachtwoord op. Gebruik de zelfde gegevens als voor het inloggen in de Open-Xchange server.

Resultaat: Informatie-elementen worden getoond in de browser.

7.6.8.2. Benaderen vanuit Windows XP

Het opzetten van een WebDav verbinding vanuit Windows XP gaat als volgt:
  1. Vanuit het Mijn Computer scherm klikt u op Mijn Netwerklocaties of dubbelklik het Mijn Netwerklocaties pictogram vanaf het Bureaublad.

  2. Ga naar Netwerk- en Internetverbindingen, open het dialoogvenster Mijn netwerklocaties en klik op Een netwerklocatie toevoegen. De wizard voor het toevoegen van een netwerklocatie wordt gestart. Klik op Volgende.

  3. In het navolgende dialoog klikt u op Andere netwerklocatie kiezen.

  4. Geef het volgende adres in: https://<address>/servlet/webdav.infostore waar <adres> vervangen moet worden met het IP-adres of de URL van de Open-Xchange server.

  5. Geef uw gebruikersnaam en uw wachtwoord op. Gebruik de zelfde gegevens als voor het inloggen in de Open-Xchange server.

  6. In het volgende dialoogvenster kunt u een naam geven voor de netwerklocatie.

    Opmerking: Als u de codering instelt op ISO mag u geen speciale tekens gebruiken in de bestands- en mapnamen. De Open-Xchange server gebruikt UTF-8 codering.

  7. Klik in het volgende dialoogvenster op Voltooien.

Resultaat: U kunt de Informatie-elementen benaderen vanuit de Netwerk Omgeving.

7.6.8.3. Benaderen vanuit Windows Vista

Voordat u gebruik kunt maken van WebDAV dient u eerst een Microsoft Software Update te installeren.

Microsoft Software Update voor WebDAV installeren gaat als volgt:
  1. Open een webbrowser.

  2. Ga naar het volgende adres: http://support.microsoft.com/kb/907306

  3. Ga naar More Information en klik op Download the Software Update for Web Folders package now.

  4. Op de Download pagina kiest u eerst voor Dutch uit het menu achter Change Language: en klik op de knop Change. De pagina zal van taal veranderen en in het Nederlands getoond worden. Kies vervolgens Downloaden. Het bestand Webfldrs-KB907306-NLD.exe zal worden gedownload.

  5. Dubbelklik het bestand. De installatie zal worden gestart.

Het opzetten van een WebDAV verbinding vanuit Windows Vista gaat als volgt:
  1. Open vanuit de Windows Explorer de Computer.

  2. Klik met de rechtermuisknop op een vrij gebied in het rechter deel van de Explorer. Vanuit het pop-up menu selecteert u Toevoegen van een netwerklocatie. Het Toevoegen netwerklocatie scherm opent. Klik op Volgende om verder te gaan.

  3. Kies vervolgens Kies handmatig een netwerklocatie. Klik op Volgende.

  4. Geef in het Toevoegen netwerk pad scherm het volgende adres op: https://<address>/servlet/webdav.infostore waar <adres> vervangen moet worden met het IP-adres of de URL van de Open-Xchange server.

  5. Geef uw gebruikersnaam en uw wachtwoord op. Gebruik de zelfde gegevens als voor het inloggen in de Open-Xchange server.

  6. In het volgende dialoogvenster kunt u een naam geven voor de netwerklocatie.

  7. Klik in het volgende dialoogvenster op Voltooien.

Resultaat: Onder Computer kunt u de Informatie-elementen benaderen.

7.6.8.4. Benaderen vanuit Windows 7

Tip: U kunt ook de OX Updater gebruiken om WebDav toegang te configureren. Informatie hierover kan u vinden in de OX Updater gebruikersdocumentatie.

Voordat u WebDAV toegang configureert zoals hieronder beschreven, moet u eerst een specifieke Windows Software Update uitvoeren. Instructies hiervan kunt u vinden in 7.6.8.3: Benaderen vanuit Windows Vista.

Het opzetten van een WebDAV verbinding vanuit Windows 7 gaat als volgt:
  1. Open vanuit de Windows Explorer de Computer.

  2. Kies vanuit de pictogrammen balk de Koppelen schijf... knop. Het Koppelen schijf... scherm opent.

  3. Klik op Verbinden met een website waarop u uw documenten kan opslaan. Het Toevoegen netwerklocatie Scherm opend. Klik op Volgende.

  4. Kies vervolgens Kies handmatig een netwerklocatie. Klik op Volgende.

  5. Geef in het Toevoegen netwerk pad scherm het volgende adres op: https://<adresse>/servlet/webdav.infostore waar <adres> vervangen moet worden met het IP-adres of de URL van de Open-Xchange server.

  6. Geef uw gebruikersnaam en uw wachtwoord op voor de Open-Xchange server. Klik op OK.

  7. In het volgende dialoogvenster kunt u een naam geven voor de netwerklocatie. Klik op Volgende.

  8. Klik op Voltooien.

Resultaat: Onder Computer kunt u de Informatie-elementen benaderen.